Overslaan en naar de inhoud gaan

Gebruikerslogin

IVV is geaccrediteerd door UNESCO als expertisecentrum voor Immaterieel Cultureel Erfgoed

Tijdloze volkskunst

Grasduinen in archieven geeft ons een beter inzicht in het heden. We keren voor een wijl terug naar de jaren ’70 om te zien hoe we dan omgingen met volkskunst. We eindigen evenwel bij het heden.

Een volk zonder verleden heeft geen toekomst. In hoeverre geldt dat ook voor de volkskunstminnende gemeenschap?

Bij het behandelen van de collectie Frans (‘Sus’) Geens in KADOC, stootten we op interessant archiefmateriaal. Het brengt ons terug naar de zomer van 1975. In verschillende Vlaamse steden worden activiteiten georganiseerd rond aspecten van het volksleven in Europa. Het openluchtmuseum van Bokrijk doet zijn duit in het zakje met het opvoeren van huwelijksrituelen door groepen uit binnen- en buitenland tijdens de periode van 5 juli tot 31 augustus.

Buitenlandse groepen uit Bulgarije, Frankrijk, Polen, Roemenië, Turkije en het toenmalige Tsjechoslovakije traden in de loop van de zomervakantie op. Vlaanderen werd aangekondigd voor het laatste weekeinde van augustus. Het volgend programma wordt voorgesteld in de begeleidende brochure(1):

… In de namiddag treedt een groep op onder begeleiding van de heer Geens. Dit huwelijksfeest uit onze eigen Vlaamse folklore wordt voorafgegaan door een korte schets van kennismaking: na met bloemendansen, liefdesliederen, horlepiep en vendelen om elkaars gunst te hebben gedongen, komt uit de meidans een koningspaar naar voren dat het bruidspaar wordt.

Op de vooravond van het huwelijk brengt de fanfare een serenade aan de bruidegom en worden heildronken gebracht. Nadat een oude broek aan een bonenstaak in brand is gestoken, trekt men naar het huis van de bruid, die broodjes waarin muntstukken gebakken zitten door het raam naar buiten gooit.

Op de huwelijksdag zelf wordt de bruidegom door de bruidsjonkers thuis afgehaald, en buiten verder uitgedost. Ze trekken naar het bruidshuis, waar ook de bruid voor het huis getooid wordt met kroontje en mantel. Na vertrek van de bruidsstoet wordt het feestmaal voorbereid.

Het geschal van de koehoorn geeft te kennen dat de stoet op terugtocht is van de ceremonie. Nadat de gehele stoet onder de bloembogen doorgestapt is, wordt een speciale bruiloftsdans uitgevoerd. Er wordt gevendeld en er worden heildronken uitgebracht. Tenslotte gaat een dorpsfeest van start met dansen, liederen, vlaggenspel en muziek uit oude instrumenten …

Dergelijke evocaties hebben een tijdeloos karakter. In maart jl. mochten we nog het prachtige volksspel ‘Andries’ meemaken door Volkskunstgroep Drieske Nijpers en ’t Soeffleurken in Sint-Gillis-Waas. Volkskunstgroep Gelmel zocht inspiratie in Wereldoorlog I voor een aangrijpende weergave(2). Het komt er blijkbaar op aan volkskunst een tijdeloos karakter te geven door de juiste elementen op het juiste moment bijeen te brengen tot een harmonisch geheel.

Afbeelding verwijderd.

Figuur: herfsttijloos of Colchicum autumnale L.

Ook de natuur doet dat. Herfsttijloos (Colchicum autumnale L.) mag daarvan een voorbeeld zijn. De naam van de plant ‘tijloos’ appelleert aan de verschijningsvormen. In de herfst tonen zich de paarse, crocusachtige bloemen. Die maken in de late lente plaats voor de groene bladeren die de zaaddoos omvatten. De zaden bevatten bovendien colchicine, een geneesmiddel gebruikt bij jicht. Colchicine wordt onderzocht voor nieuwe toepassingen en overstijgt zo ook de traditie.

Terug naar volkskunst. We citeren Marc Laenen, conservator van Bokrijk in 1975:

… Openluchtmusea kunnen niet alleen de functie hebben om het materiële erfgoed te bewaren, maar zijn instellingen bij uitstek om sociale verschijnselen uit het volksleven museaal uit te werken. Wellicht kan er in de toekomst gedacht worden om openluchtmusea te beschouwen als musea waarin de mens in zijn gemeenschapsleven wordt voorgesteld en waarin de sociale dimensie van de traditionele samenleving geconserveerd en voortgezet wordt … (3)

Een actueel citaat, nu het Openluchtmuseum van Bokrijk zich bezint over zijn toekomst (zie bijdrage van Dr. H. Vannoppen in een volgend nummer van Volkskunst).

Marc Laenens’ woorden stemmen tot nadenken. Ze liggen volledig in de lijn van de UNESCO Conventie over ‘safeguarding’(4). Cultureel erfgoed moet leven. Dat is ook de betrachting van het Instituut voor Vlaamse Volkskunst: niet enkel bewaren, maar ook onderzoeken hoe ons cultureel erfgoed kan leven. Een gemeenschap met een verleden heeft immers een toekomst.

Daarvoor moeten we houden van onze culturele rijkdom. Wijlen Herman de Coninck beschreef in ‘Foto’ op een prachtige wijze de verbondenheid tussen wat was en is.

Weemoed is een foto van voor twintig jaar.
Familie nog samen, nog gezond.
Is toen. Met een lijst van nu errond.
Het nu houdt het verleden bij elkaar.
En omgekeerd. Want nu is maar even.
Is opschrikken en vragen:
waar waren we gebleven?
Bij jou. In Die Dagen.
Alles is ver. En de liefste dingen nog verder.
Maar door het verleden wordt het bij elkaar
gehouden, als schapen door een herder.

Langs deze weg wensen we alle lezers en arbeiders op de volkskunstakker een voorspoedig 2018. Mocht in dit nieuwe jaar onze waardevolle traditie inspiratie en vreugde brengen, voor het leven van elke dag,
Heel hartelijk,

Gert Laekeman
Voorzitter


 

1. Aspecten in het volksleven 1975. Huwelijksfeesten in Europa. Bokrijk 5 juli – 31 augustus 1975.

2. Laekeman G. Volkskunst in juli. Volkskunst 2017; 41 (3): 13-20.

3. Aspecten in het volksleven 1975. Huwelijksfeesten in Europa. Bokrijk 5 juli – 31 augustus 1975.

4. Convention for the safeguarding of the intangible cultural heritage. Paris, 17 October 2003.