Muziek voor de toekomst, muziek uit het verleden
Viool, klarinet, dwarsfluit, accordeon, contrabas, bugel en bombardon ontmoeten mekaar. Weldra is de dansvloer gevuld. Puur genieten van wals, mazurka, schottisch, polka en jig. Het gebeuren herhaalt zich week na week ergens in Vlaanderen en zelfs bezuiden de taalgrens. Bijna anoniem maar innig genietend, warme verbondenheid met muziek ervaren. Het beleid beschikt, maar de dansers dansen voort ...
Zingen bij de wieg of met kinderen op de schoot; bewegen op het ritme van vlotte melodietjes: de klanken griffen zich onuitwisbaar in het geheugen. We spreken van ‘priming’. Op latere leeftijd blijven we op muzikale indrukken reageren, zelfs al gaat het cognitief vermogen achteruit. Muziek penetreert tot in ons limbisch systeem, de ‘tuner’ van onze emotie.
Ik mocht onlangs samen met professor E. Thiery (Universiteit Gent) een kleine wandeling maken door het musicale brein. Tijdens zijn meesterlijke causerie illustreerde professor Thierry hoe krachtig muziek kan inwerken op het menselijk brein. Melodie, ritme, timbre, volume, tempo, weergalm, stilte en anticipatie vermengen zich tot een krachtig geheel.
Bij het samen dansen op die muziek verbinden de partners zich met het overweldigend muzikaal gegeven. Beweging vervangt elk woord. Het mirakel van de harmonie tilt lichaam en geest tot een hoger energetisch niveau. Complementariteit doet wonderen. ‘Vi gör de i takt’ (wij doen het tesamen) luidt het in Zweden, niet toevallig een van de landen waar de misterieus eenvoudige Hambo verheven is tot een Skandinavisch symbool.
Al 47 jaar eert IVV dans binnen het domein van de volkskunst. Tot op heden voedt een schare vrijwilligers het beoefenen van dansen, en dat liefst zo dicht mogelijk bij de dansvloer of beter nog, op de dansvloer. Vijf jaar geleden zetten we de stap naar een bescheiden betoelaging door de Vlaamse Overheid. We hebben vrij laat dat initiatief genomen omdat we steeds meer geconfronteerd werden met betoelaagde kaders bij partners in het veld. Avond- en weekendwerk maakte plaats voor dagactiviteiten tijdens de kantooruren. Organisaties bouwden hun kaders uit om meer administratieve slagkracht te verzekeren. Bescheiden secretariaten werden ingeruild voor heuse kantoorgebouwen. Lokale manifestaties maakten plaats voor ‘landsbrede’ initiatieven. Accenten verschoven van inhoud naar structurele ondersteuning.
Vijf jaar lang mocht IVV genieten van een bescheiden toelage verleend door de Vlaamse Overheid. We gebruikten en gebruiken ze dankbaar om verder te zetten wat de pioniers der Vlaamse Volkskunst eens begonnen. We werkten aan een structuur herkenbaar voor professionele partners in het veld, met behoud van de inhoudelijke elementen. Naast het Vlaams Dansarchief, het Vlaams Vendelarchief en de Streekdrachtencommissie kwam een Redactieteam tot stand voor het tijdschrift Volkskunst, en werden werkgroepen Communicatie en Archivering opgericht. De werkingskosten van de werkgroepen bedragen nu meer dan het dubbele van wat IVV vóórdien aan totale subsidie ontving. IVV is nu een expertisecentrum, erkend door UNESCO. Een delegatie van IVV was aanwezig in Nairobi tijdens de jongste jaarvergadering van UNESCO (2010). IVV was vertegenwoordigd in Jiuzhaigou tijdens een IOV-manifestatie in China (2009) en onze secretaris en ondervoorzitter werden uitgenodigd naar Shangai (2010).
IVV blijft publiceren. Na de thematische bundel Van Vissers Kapers en Matrozen, volgden Vendel Nu 7, het boek over streekdrachten Van Hoed tot Ondergoed, Dansen uit Essen en het Dansachier met dansen van Reuzegom. Ondertussen telt het archief in het secretariaat meer dan 900 stukken. We werken aan de ontsluiting via Archiefbank Vlaanderen en samenwerking met KADOC (KULeuven) moet voor toegankelijkheid zorgen in de toekomst.
We hebben er ondertussen ons beleidsgesprek opzitten met een indrukwekkende beoordelingscommissie. Het is voorlopig wachten op het resultaat van dat verplichte nummer. De beleidsmensen binnen de culturele sector hebben het niet makkelijk: waar prioriteiten leggen? Wie de voorbije 10 jaar intrad als professionele cultuurfunctionaris vecht voor de job en de mogelijke inhoud met die job verbonden. Wie zal wat (mogen) doen in de nabije toekomst? Wat heeft nog voldoende gewicht? Wie is voldoende geloofwaardig? Hoe wordt geloofwaardigheid bepaald?
In die wereld van vragen siert eenvoud de mens. Om het met de woorden van Pete Seeger te zeggen: ... it takes a genius to be simple ... Eenvoud is geniaal. Die eenvoud wordt aangestuurd vanuit de harmonie van de mens met zichzelf. Zo komen we weer uit bij de muziek.
Muziek was eens te meer de drijvende kracht tijdens een volkse en oprechte viering van 470 jaar Sint-Sebastiaansgilde van Kampenhout op 4 juni ll. Jazeker, we kunnen de wenkbrauwen fronsen: is 470 nu ook al een jubileumgetal? Wat maakt het uit? Een levende cultuurgemeenschap vindt dat het tijd is om te feesten, en doet dat, met of zonder conventies. De Gilde demonstreerde haar repertoire waarin uiteraard de Kadril van Kampenhout niet mocht ontbreken. De groepen Trnki en Ceremka uit Slovakije zorgen voor afwisseling met ritmische liederen. Tussendoor was er gelegenheid tot samendans. Muzikanten van dienst waren niet alleen Bruers en Zussen, maar ook Limbrant en de koperblazers van à Râse dè Tère. Het was een buitenaards genot te mogen dansen op de hemelse muziekjes van deze prachtmuzikanten. Ver weg van administratie en politiek vinden mensen mekaar rond wat hen bindt.
We geven ter overweging nog deze ontboezeming van John Miles: Music was my first love and it will be my last. Music of the future and music of the past. To live without my music would be impossible to do. In this world of troubles, my music pulls me through.
Mochten de beleidsmensen de weg naar de muziek vinden.
Gert Laekeman
Voorzitter IVV